Het eerste dat mij opvalt als ik terug ben in Nederland is dat alles hier ongelooflijk groen is. De groene bomen lijken in de ochtendnevel tot in de hemel te groeien.
Het tweede opvallende is de welvaart. Alles is luxe, kijk naar de auto’s op de weg. Alles is overdadig, kijk naar gekmakende variatie in de supermarkten. Alles doet het, zet de kraan open en daar is water, ga naar de koelkast en daar is voorraad, steek de sleutel in het slot en deuren gaan voor je open.
In de vele gesprekken over de Tent of Nations komen uiteindelijk twee vragen naar boven die voorlopig nog niet beantwoord zijn. De eerste wordt in verschillende toonaarden gesteld, van cynisch tot vol bewondering met alle schakeringen daartussen: “gaat de familie Nassar dit redden?”. De tweede vraag is: “wat heb ik ervan opgestoken?”.
Aan de eerste vraag zitten verschillende kanten. Gaat de annexatiepolitiek van Netanyahu op korte termijn beginnen en wat zijn daarvan de gevolgen? Heeft de familie voldoende kracht en support om het in moeilijker tijden vol te houden? Hierover kan ik kort zijn. De familie heeft geen enkele hoop op gunstige politieke ontwikkelingen. Terwijl de annexatieplannen steeds duidelijker worden, neemt de steun voor de Palestijnen steeds verder af. Daarom bereidt de familie zich voor op de situatie waarin de Tent of Nations als onderdeel van Groot Jeruzalem van Bethlehem zal worden afgescheiden. Alles zal in het werk worden gesteld om in die geïsoleerde situatie verder te kunnen bestaan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de voorziening van drinkwater, de aanwezigheid van vrijwilligers en de financiering van de toenemende (belasting)kosten.
Over de vraag naar wat ik van mijn verblijf heb opgestoken denk ik regelmatig na. Het allerbelangrijkste is misschien wel dat creatieve, geweldloze weerbaarheid te leren is. Fiducie hebben in een wereld van vrede en gerechtigheid is een uitdaging om het negatieve om te buigen naar positieve handelingen, hoe klein ze ook mogen lijken. Ik ben verrast door de betekenis van het werken op het land. Van de energie die ik krijg bij het zien van de groeikracht van bomen in de rotsachtige bodem, van de voldoening bij het licht en ruimte geven voor een jonge boom en bij het om de boom spreiden van het weggehaalde gras. Het is zo basaal en tegelijkertijd illegaal, want voor bijna elke boom geldt een door het Israëlische leger uitgeschreven demolition order: de boom mag niet groeien, Gods schepping mag geen vruchten dragen. En dat was nu juist wel het motief van opa Nassar toen hij de grond kocht: dicht bij de aarde leven en van de woestenij een tuin maken waarin iedereen van goede wil zich kan laven. Dit motief houdt de familie op de been. Hun geloof in een God van liefde en gerechtigheid is daar niet los van te zien. Daoud wil deze samenhang graag verder onderzoeken. Ook voor mij is het een boeiend gegeven waar ik nog lang niet over ben uitgedacht.
Vrijwilliger zijn op de Tent of Nations is pittig. Ik ben enorm dankbaar dat ik deze klus heb kunnen klaren en er ook veel plezier aan heb beleefd.
Mooie tekst, Jodien. En zo voel ik het ook: bij al het onrecht en bij alle problemen waar je geen oplossing ziet, doen wat voor je voeten komt, vanwege die fiducie. (Wat klinkt dat stichtelijk, voor mijn doen.) Renata
Dat past je wel hoor, Renata, dit soort ‘stichtelijkheid’?Dank en liefs voor jullie.
LIeve Martin,
Dank voor je indringende vragen en zeer genuanceerde antwoorden. Pijn en hoop en heilzame bedachtzame kwaadheid door elkaar. En vertrouwen in de kracht van “het kleine goede”.